
Op modeacademies is duurzaamheid inmiddels een vast onderdeel van het curriculum. Wie geen rekening houdt met duurzaamheid, footprint en een eerlijke productie, behoort tot het ‘oude systeem’. En daar wil je als jonge ontwerper niet mee geassocieerd worden. Maar hoe weet je zeker dat je duurzame en eerlijke kleding maakt? Welke keuzes maak je? En bestaat zoiets als milieuvriendelijke kleding? Dit is het antwoord van Duran Lantink.
tekst gaat verder onder afbeelding
‘Ik doe niet anders’, antwoordt Duran Lantink op de vraag in hoeverre hij zich bezighoudt met duurzaamheid in zijn ontwerpen. Waar hij zijn stoffen bijvoorbeeld vandaan haalt? Dead stock – restpartijen (‘gewoon de sale’) van luxemerken. ‘Ik heb het altijd al zó hypocriet gevonden dat grote merken pretenderen exclusief te zijn, maar wel voor de massa produceren, waardoor er een heleboel overblijft. Als een fuck you naar deze modehuizen heb ik voor mijn afstudeercollectie die restpartijen daarom aan elkaar genaaid en er een nieuwe, eigen collectie van gemaakt. Sindsdien zet ik dat door. Ik maak alleen maar kleding van afgedankte kleding van luxemerken. Zo hoop ik dat gevoel van luxury terug te geven aan zo’n restpartij. Dat mensen opnieuw het gevoel hebben: ‘dit is speciaal.’ O ja, en alles wordt in mijn atelier in Amsterdam gemaakt.’
Schoppen tegen modehuizen verscheen in de rubriek 'In Beeld' in de achtste editie van het Amsterdam &Co magazine: Modebewuster.
Tekst: Anne Corré
Fotografie: Jan Hoek
ZELF EEN REACTIE PLAATSEN?